Heeft u een arbeidsbeperking of bent u (deels) arbeidsongeschikt? En wilt u een bedrijf starten? Dat kan met een uitkering van de Wajong, WIA, WAO, WAZ of Ziektewet. UWV kan u hierbij helpen. Lees wat u moet weten en regelen.
Krijgt u een uitkering van UWV? Bespreek uw plannen dan eerst met een arbeidsdeskundige van UWV. Samen bekijkt u wat er mogelijk is. En of een eigen bedrijf iets voor u is. U maakt afspraken over het traject dat u kunt volgen om ondernemer te worden. En over de activiteiten en de voorwaarden. Bijvoorbeeld over het aftrekken van de inkomsten uit uw bedrijf van uw uitkering.
Onderzoek of uw plan kan slagen. Stem deze onderzoeksperiode af met uw arbeidsdeskundige.
Denk bijvoorbeeld na over:
Een goed hulpmiddel hierbij is het maken van een ondernemingsplan. In dit plan berekent u ook hoeveel geld u nodig heeft om te starten.
Bespreek samen met uw arbeidsdeskundige van UWV het resultaat van uw plan. Beslis of u wel of niet start met een eigen bedrijf. Gaat u starten? Ga dan verder met de volgende stappen. Besluit u dat het toch niets voor u is? Dan verandert er niets. U ontvangt uw Ziektewet-, WAO-, WAZ-, Wajong- of WIA-uitkering. En heeft dezelfde rechten en plichten als vóór de onderzoeksperiode.
Heeft u geld nodig om te starten? Maar kunt u geen geld lenen via een bank of andere manieren? Dan kan UWV u helpen met een lening. En met vergoedingen voor hulpmiddelen voor uw beperking.
Dit zijn de mogelijkheden:
Zodra u gaat starten als zelfstandige moet u uw bedrijf inschrijven in het Handelsregister van KVK. KVK geeft vervolgens automatisch uw gegevens door aan de Belastingdienst. U moet namelijk belasting betalen over de inkomsten uit uw bedrijf.
U kunt startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid krijgen. U betaalt dan minder inkomstenbelasting. Voor deze aftrek moet u voldoen aan het verlaagd urencriterium. Dit betekent dat u minstens 800 uur per jaar voor uw bedrijf werkt. U moet deze uren bijhouden voor de Belastingdienst. Het gaat dan om alle uren die u werkt voor uw bedrijf. Dus bijvoorbeeld ook uren voor het zoeken van klanten, boekhouding, studie of overleg met financiers. En u moet ondernemer voor de inkomstenbelasting zijn.
Zodra u geld verdient met uw eigen bedrijf heeft dat gevolgen voor uw uitkering. Daarom moet u uw inkomsten doorgeven aan UWV. Heeft u bijvoorbeeld een WIA-uitkering en maakt u winst met uw onderneming? Dan worden deze inkomsten afgetrokken van uw WIA-uitkering. U krijgt dan minder of geen uitkering.
U moet uw inkomsten ook doorgeven aan de Belastingdienst. De opgaven aan UWV en Belastingdienst worden achteraf met elkaar vergeleken. Heeft u teveel uitkering ontvangen? Dan moet u dat terugbetalen aan UWV.
Krijgt u als zzp’er of ondernemer nog een uitkering? Dan moet u zich nog steeds aan de plichten houden. UWV bepaalt of u nog recht heeft op een uitkering, de hoogte ervan en hoelang u hier nog recht op heeft. Check de plichten en rechten voor de WAO-, WAZ-, Wajong-, en WIA-uitkeringen. Of check uw plichten bij een Ziektewetuitkering.
Verdient u minder dan toen u nog geen eigen bedrijf had? En heeft u volgens het UWV recht op een hoger inkomen? Dan kunt u een extra uitkering krijgen. De uitkering vangt uw lagere inkomsten voor een deel op. Deze uitkering heet inkomenssuppletie.
Is een eigen bedrijf door uw beperking toch niet haalbaar en besluit u te stoppen? Meld dan bij uw arbeidsdeskundige dat u hiervoor voldoende maatregelen heeft genomen.
U heeft bijvoorbeeld:
Misschien heeft u dan nog recht op uw oude arbeidsongeschiktheidsuitkering van UWV.
De grafiek toont het totale aantal uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid per jaar. Over de afgelopen 10 jaar is een lichte daling van het aantal uitkeringen zichtbaar.
Mede mogelijk gemaakt door Samenwerkingsverband Ondernemersplein