Goede kansen voor lokaal warmtenet Waarderpolder, want bedrijventerrein kan zichzelf verwarmen

Inderdaad, het is een datacenter dat de spil gaat vormen van het warmtenet. Datacenters liggen onder een maatschappelijk vergrootglas. ,,,Maar wij zijn een ander soort datacenter dan die steeds in het nieuws zijn’’, zegt operationeel directeur Eric Lisica van Iron Mountain Data Centers Haarlem.

150.000 IT-systemen
De datacenters van Google en Microsoft, die in Nederland zijn neergestreken, zijn bestemd voor de apparatuur van deze IT-internationals zelf. Het (veel kleinere) Haarlemse datacenter is een ‘logeeradres’ voor (nu) 150.000 IT-systemen van bedrijven en overheden. ,,Onze klanten zouden bij wijze van spreken hun servers ook op hun kantoor kunnen neerzetten. Maar bij ons is het veel veiliger. En ook energiezuiniger’’, zegt Lisica.

Toch zijn datacenters stroomslurpers, dat ontkent hij niet. Voor het grootste deel gaat die naar de IT-systemen van de klanten, maar ook de koeling van deze IT-apparatuur kost veel energie. ,,Maar deze koelsystemen zijn de laatste tien jaar veel energiezuiniger geworden’’, zegt Lisica. Tien jaar geleden was de helft van de totale stroomverbruik van een datacenter nodig voor de koelsystemen. Nu gaat daar nog maar een zesde van de stroom naartoe.

Koelkast
Het is deze gigantische koelkast die met zijn restwarmte de basis wordt van het warmtenet Waarderpolder. Het is praktisch en financieel haalbaar, heeft adviesbureau Haskoning DHV uitgerekend in opdracht van de gemeente. Weliswaar is het koelwater van Iron Mountain lang niet warm genoeg (dat geldt voor alle datacenters) en zal het van 27 graden moeten worden verhit tot 60 of 80 graden. Toch kan er – met de nodige SDE++-subsidie – een verwarmingssysteem op worden gebouwd, dat niet duurder is dan aardgas en de toekomstige exploitant winst kan opleveren.

De restwarmte krijgt die exploitant trouwens om niet. Dat geldt voor alle Nederlandse datacenters: ze verstrekken de restwarmte gratis aan wie haar wil hebben.

Zonnepanelen
Een ondernemer die naar het warmtenet uitziet, is Johan Reemer van Hilarius/Hilco, groothandel in materialen voor lastechnieken. Het bedrijf is steeds meer gespitst op groene energie. ,,We hebben net dubbeldikke isolatieplaten op het pand aangebracht. Het dak is al geïsoleerd, led-verlichting hebben we ook, en vorig jaar hebben we zonnepanelen gelegd’’, vertelt hij. Om zich heen in de Waarderpolder ziet hij soortgelijke ontwikkelingen. ,,Als je hier rondrijdt, zie je het: Jopen heeft nu een dikke wand. Geotech heeft geïsoleerd, Intos heeft een mooie donkere gevel.’’

Hij heeft geen twijfels over het warmtenet in de Waarderpolder. ,,Het mooie is dat het datacenter midden op het industrieterrein staat. Ons pand staat er bijvoorbeeld maar driehonderd meter vandaan.’’ Deze korte afstanden schelen veel warmteverlies en dat is belangrijk voor de haalbaarheid. het is een welhaast ideale situatie, anders dan bij grote datacenters die midden in een lege polder staan, waar nauwelijks vraag is naar hun restwarmte.

Het warmtenet kan straks alleen worden gebruikt om de gebouwen verwarmen. Voor de industriële processen in de Waarderpolder zal een andere aardgasvrije oplossing moeten komen. Daarbij is hoge temperatuur-proceswarmte zoals stoom nodig en die kan het warmtenet niet leveren. Wel is duidelijk dat ook deze bedrijven leverancier van het warmtenet kunnen worden, voor zover ze hun restwarmte niet zelf gebruiken om hun gebouw te verwarmen. Het gaat bijvoorbeeld om bierbrouwer Jopen, koffiebrander Simon Lévelt, farmaceutisch bedrijf Teva en vleesverwerker Danish Crown.